donderdag 29 mei 2008

Kader Abdolah



Geachte lezer,

Ik had me nooit kunnen voorstellen dat de Koran een thema in mijn schrijverschap zou worden. Maar het leven bepaalde anders. Mijn bestaan in de Nederlandse samenleving heeft me gedwongen mijn wortels te onderzoeken. Op een nacht, kort nadat Het huis van de moskee af was, ben ik wakker geschrokken van een stem die me zei dat ik me in de Koran moest verdiepen.
Er wordt me gevraagd: ‘Waarom heb je dit gedaan?’, ‘Waarom een vertaling van de Koran?’, ‘Waarom een boek over Mohammad?’ (Ik kies overigens voor de naam Mohammad zoals hij in de Koran geschreven staat en zoals de islamitische wereld hem gebruikt.)
Het is me gewoon overkomen. Ik wilde de Koran een keer goed lezen. En toen ik eraan begon vond ik het een pracht van een boek.
Maar ik moet er meteen bij zeggen: het is geen boek voor mensen die het met haast willen lezen, het is geen boek voor hen die het uit haat willen lezen, het is geen boek voor hen die hun gelijk willen halen.

Geen opmerkingen: