Gaasterland, 1921. De zevenjarige Tjalling ziet hoe een extreem droge zomer de koeien en paarden gek maakt van dorst en de boeren tot wanhoop drijft. Deze ervaring zal zijn leven bepalen, een leven van najagen, van weinig woorden en onderdrukte gevoelens, van roekeloosheid en overmoed.
Hij raakt gefascineerd door Amerika en alles wat Amerikaans is. De grote auto’s, de sigaretten en cowboyhoeden, maar ook de ruwe pioniersmentaliteit en de spreekwoordelijke oneindige mogelijkheden. Hij verspeelt echter zijn kans de grote oversteek te maken. Zijn tweelingbroer Tjeerd vertrekt in zijn plaats naar Californië om hun geëmigreerde oom Hotse bij te staan.
Het is een familietragedie die Tjalling jaren later toch naar Amerika voert, naar de lege ruigte van Montana waar hij de grenzen opzoekt, niet alleen van zichzelf, maar ook van de wet.
Hij raakt gefascineerd door Amerika en alles wat Amerikaans is. De grote auto’s, de sigaretten en cowboyhoeden, maar ook de ruwe pioniersmentaliteit en de spreekwoordelijke oneindige mogelijkheden. Hij verspeelt echter zijn kans de grote oversteek te maken. Zijn tweelingbroer Tjeerd vertrekt in zijn plaats naar Californië om hun geëmigreerde oom Hotse bij te staan.
Het is een familietragedie die Tjalling jaren later toch naar Amerika voert, naar de lege ruigte van Montana waar hij de grenzen opzoekt, niet alleen van zichzelf, maar ook van de wet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten