Halima Bashir wordt geboren in een dorp in westelijk Sudan, als lid van de vrijgevochten Zaghawa-stam. Ze heeft een onbezorgde jeugd in een liefdevol gezin. Omdat ze goed kan leren, mag ze naar de universiteit. Na haar studie medicijnen keert ze terug naar haar dorp, als eerste arts van haar stam. Maar de idylle wordt wreed verstoord door de komst van Arabische Janjaweed-krijgers die het dorp aanvallen en vrouwen en kinderen verkrachten. Na hun vertrek vertelt Halima aan journalisten en VN-waarnemers wat ze heeft gezien. En daarmee begint haar eigen nachtmerrie. Ze wordt opgepakt, gefolterd en verkracht. Een van haar doodzonden, zo wordt haar verteld, is dat ze als arts niet alleen de krijgers heeft behandeld, maar ook de mensen van haar eigen stam. Halima kan niets anders dan vluchten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten