De nacht dat het dode kraaien regende is een ongelooflijk indringend portret van een charismatische man, die ‘het eenzame leven van een roofvogel’ leidt en daarvoor zijn eigen redenen heeft.
‘Leven is observeren,’ zegt de grote Oostenrijkse zoöloog Ludwig Kaltenburg, die met zijn dieren in het beroemde instituut in Dresden huist. Tot hij, na de bouw van de Muur in 1961 van de ene op de andere dag naar Wenen verdwijnt. Wie is Ludwig Kaltenburg? Een sluwe opportunist, of een naïeve wetenschapper die zich afzijdig houdt van de politiek. Of is hij misschien allebei?Niemand heeft deze excentrieke wetenschapper tijdens zijn jaren in de DDR beter gekend dan de jonge Hermann Funk, de verteller van de roman. De traumatische nacht van het bombardement op Dresden maakt van Hermann een weeskind en bepaalt zijn verdere leven. De vogels die in februari 1945 brandend uit de hemel vallen, laten hemniet meer los. Hij wordt ornitholoog en gaat bij Kaltenburg, zijn tweede vader, studeren en werken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten